maandag 31 oktober 2011

Democratie en kapitalisme gaan scheiden. Ontferm je over kind Occupy

Door: Steven de Jong

Het voelt comfortabel om de kleumende kampeerders op beurspleinen weg te zetten als klaplopers, eigendomhaters, dromers en communisten. Ze weten niet eens wat ze willen, praten we elkaar na. Makkelijk om overal tegen te zijn, zuchten we. Hoort u hier ook bij, kijk dan eens in de spiegel: corruptie heeft een gezicht.


Dit punt maakt de Sloveense filosoof Slavoj Žižek in The Guardian. De marxist weerlegt alle aantijgingen tegen zijn geliefde beweging. “Het systeem maakt ons corrupt”, betoogt hij. “Het kapitalisme steekt nu opnieuw de kop op als de moeder van alle problemen.”

Ook Dahlia Lithwick, een Canadese schrijver, komt in het geweer tegen de goedkope kritieken op de Occupy-beweging. “De reguliere media kunnen alleen gemakkelijke voorstellen doorgeven. Ze blijken niet in staat om te rapporteren over kwelling, frustratie en angst”, stelt ze op Slate.com, een opiniesite van The Washington Post. Hiermee geeft ze af op de ‘zeg-dan-wat-je-wel-wilt’-riedel. En in het bijzonder op Fox’ presentator Bill O’Reilly die beweert dat Occupisten alleen de spullen van hardwerkende burgers willen afpakken.

Waak voor valse vrienden, de doodknuffelaars


Occupisten hebben het taboe doorbroken, meent Žižek. Het taboe op de gedachte dat we in de best mogelijke wereld leven. “Het is nu toegestaan, verplicht zelfs, om over alternatieven na te denken.” Dat de beweging die alternatieven nog niet uitgekristalliseerd heeft, vindt hij heel begrijpelijk. Eerst actie, daarna argumentatie.

Žižek waarschuwt de demonstranten voor valse vrienden: de politici die je willen doodknuffelen (Bill Clinton adviseerde Occupy al om zich achter Obama’s banenplan te scharen) en instituten, zoals de media, die je uitnodigen voor een debat op vijandelijke grond. Occupy staat wat Žižek betreft voor een andere wereld en moet geen genoegen nemen met cosmetische ingrepen.

Wall Street heeft geen respect voor eigendom


De reden dat Occupisten de straat op gaan, zo schrijft Žižek, is dat ze genoeg hebben van een wereld waarin het recyclen van colaflessen, het doneren van een paar dollar of het kopen van cappuccino waarvan één procent naar ontwikkelingslanden gaat, genoeg is om je goed te voelen. Een wereld waarin alle menselijke deugden ondergeschikt zijn aan de geneugten van het kapitalisme.

De excessen hiervan (uitbuiting, uitputting, monopolies) kennen we inmiddels, maar de crisis laat volgens Žižek ook zien dat de grootste kapitalisten zelfs hun eigen marktregels schenden. “Occupisten worden losers genoemd, maar zijn de echte verliezers niet degenen die zich op Wall Street massaal lieten uitkopen door de overheid? Occupisten worden socialisten genoemd, maar in de VS heb je eigenlijk alleen socialisme voor de rijken. Occupisten zouden geen respect hebben voor privé-eigendom, maar het zijn de speculaties op Wall Street die hebben geleid tot de vernietiging van eigendom dat met hard werken vergaard werd – denk aan de duizenden mensen die hun huis verloren.”

Het huidige systeem vernietigt zichzelf


Occupisten worden ook voor communisten uitgescholden. “Maar wees je ervan bewust dat de communisten die nu nog aan de macht zijn de meest meedogenloze vorm van kapitalisme bedrijven”, zo verwijst Žižek naar China.

Dromers zijn Occupisten al helemaal niet, vindt de filosoof. “De echte dromers denken dat we op deze weg door kunnen gaan, dat er slechts wat cosmetische veranderingen nodig zijn.” Dat kan niet, meent Žižek. “Occupisten schudden ons wakker uit een droom die ontaardt in een nachtmerrie. Ze vernietigen niets, maar reageren op een systeem dat geleidelijk zichzelf vernietigt.”

Occupy doet de filosoof daarom denken aan de klassieke tekenfilmscène: de kat bereikt de afgrond, maar kan nog doorrennen zolang hij zich daar niet van bewust is. Hij valt pas als hij naar beneden kijkt. De demonstranten tikken de machthebbers alleen eventjes op hun schouders, meent Žižek. Zij wijzen erop dat de grond onder hun voeten verdwenen is.

Die gewaarwording, het besef dat kapitalisme en democratie uit elkaar groeien, moet nu volgens Žižek het enige agendapunt zijn. Pas als de beweging zich heeft verbreed tot de burgerlijke regionen, breekt de tijd aan om na te denken over wat we wel willen. “Welke maatschappelijke organisaties kunnen die van het bestaande kapitalisme vervangen? Wat voor type leiders hebben we nodig? En wat voor soort instituten, waaronder die van controle en repressie? De organen van de twintigste eeuw schieten duidelijk tekort.”

Hoe dieper de crisis, hoe bonter het protest


Dat Occupy nog niet precies weet hoe ze het wil, betekent volgens Dahlia Lithwick niet dat de beweging geen boodschap heeft. De verscheidenheid aan leuzen op spandoeken en kartonnen borden overtreft namelijk niet alleen die van eerdere demonstraties, maar herbergt volgens haar ook een intrinsiek streven naar menselijke waardigheid. Aan de oppervlakte wordt er geprotesteerd tegen banken die er met belastinggeld vandoor gaan, falende toezichthouders en lonen waarmee geen gezin te onderhouden is.

Deze beweging mijdt voorgekauwde, eenvoudige oneliners, legt Lithwick uit. Leuzen die we van de marsen tegen oorlog, bezuinigingen en andere beleidsissues gewend zijn. Met de grote verscheidenheid aan leuzen brengt Occupy de reguliere media in verwarring: verslaggevers hebben geen idee hoe ze dit bonte protest moeten verslaan en vervallen in het ridiculiseren van enkelingen.

Occupisten hebben die media eigenlijk niet nodig, meent Lithwick. Want Occupy staat in haar waardenset op zichzelf. “Het heeft geen behoefte om iets uit te leggen aan machthebbers, hoewel ze zeker de manier verandert waarop mensen zich aan elkaar uitleggen.” Fysieker kan een systeemcrisis niet zijn.

Zo bezien zijn al die leuzen een reactie op de overdaad aan reclames die consumenten dagelijks moeten verstouwen. Advertenties die afzonderlijk weinig inhoud hebben, maar tezamen wel de toestand van de samenleving weerspiegelen. Een werkelijkheid die de waarden van Occupisten ondermijnt en daarmee een moeras voor de huidige machthebbers is geworden.

Het fundament onder het kapitalisme brokkelt af, zoals Žižek al constateerde. In Occupy ziet hij daarom toekomst, het kind dat verlaten is door het kapitalisme en geborgenheid zoekt in een wereld die nog gecreëerd moet worden.

Bron: NRC.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten