Een plan om in de zuidelijke Atlantische Oceaan een veilige haven te creëren voor walvissen is afgeschoten door Japan. Het plan werd maandag ingebracht op een vergadering van de Internationale Walvis Commissie door verschillende landen die in de recente geschiedenis zijn gestopt met de walvisjacht. De landen wilden een extra zone aanwijzen waarvan elk land zou accepteren dat er niet op walvissen wordt gejaagd.
Japan, ’s werelds grootste en meest geduchte walvisjager, was tegen het plan en vond in onder meer China, Noorwegen, IJsland en Rusland verschillende medestanders. Volgens Japan is de beschermingszone ‘onnodig’ en het land wees erop dat de walvisjacht nodig is voor ‘onderzoek’. De voorstanders van het gebied wilden de beschermingzone laten aansluiten op een reeds bestaande beschermingszone in de Atlantische Oceaan.
Milieubeschermers zijn teleurgesteld dat het plan is afgewezen. Niet alleen omdat Japan het naar de prullenbak verwees, maar ook omdat Japan medestanders wist te vinden in landen die zich niet of nauwelijks met de walvisjacht bemoeien. Zoals Tuvalu, een klein eilandje in de Atlantische Oceaan. “Ze stemmen alleen maar tegen omdat Japan zegt dat ze dat moeten doen”, zei Jose Truda Palazzo, werkzaam bij het Braziliaanse Cetacean Conservation Center.
Walvissen hebben op dit moment twee toevluchtsoorden in de oceaan. In 1999 werd het eerste in de Atlantische Oceaan toegewezen. Het bleek vooral een symbolische stap die weinig effect had. Verschillende landen, waaronder Japan, negeerden de afspraken en maken ook in de vrijplaats voor walvissen jacht op de dieren.
Japan zegt op walvissen te jagen vanuit wetenschappelijk oogpunt, maar het is algemeen bekend dat het grootste deel van het walvisvlees naar de consumenten gaat. Het land slaagt er wel steeds minder goed in om walvissen te vangen en de door Tokyo opgelegde quota te halen. Dat is vooral te danken aan het werk van milieuactivisten, zoals die van Sea Shepherd.
Bron: Aziatischetijger.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten