Zo'n 11.000 jaar geleden eindigde de laatste ijstijd. Wetenschappers zijn het er nog steeds niet over eens wat nu de exacte oorzaak was. Volgens een nieuw onderzoek zou een verandering in de as van de aarde wel eens tot de opwarming van onze planeet hebben geleid.
Jeremy Shakun, een klimaatdeskundige aan de prestigieuze universiteit van Harvard, heeft wereldwijd stukken steen en ijs verzameld. Daaruit blijkt dat extra koolstofmonoxide in de atmosfeer aanwezig was voor de aarde begon op te warmen. In het wetenschappelijke tijdschrift Nature doet hij deze week zijn uitleg.
Schommelende aardas
Volgens Shakun is alles zo'n 20.000 jaar geleden begonnen. De aarde schommelde toen op de eigen as, iets wat nog al wel gebeurd is. Maar toen kreeg de noordelijke hemisfeer daardoor veel meer zonlicht te verwerken. In de Noordelijke IJszee en op Groenland begon het ijs te smelten, waardoor de watercirculatie in het noordelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan stil viel.
Normaal gezien reist het koude water in zuidelijke richting in de Atlantische oceaan, terwijl het warme water een omgekeerde beweging maakt. Toen bleef het water echter stilstaan, waardoor de zone rond Antarctica opwarmde. Daardoor veranderden oceaanstromen en windpatronen, en in de zuidelijke hemisfeer kwamen er grote hoeveel koolstofdioxide in de atmosfeer terecht. Nuja, in de 8.000 jaar die volgden kwam er evenveel koolstofdioxide vrij als in de laatste 100 jaar. Dat zorgde echter toen voor een broeikaseffect, waardoor de laatste grote ijstijd zou eindigen, aldus Shakun.
Door: Stig Geukens
Bron: Environmental News Network & Nature via DeMorgen.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten