Wetenschappers hebben data geanalyseerd van een satelliet die onderzoek doet naar de geheimen van de Zon en concluderen dat sommige zonnevlammen veel meer energie leveren dan voorheen werd gedacht.
Soms vindt na een zonnevlam een tweede, nog niet eerder ontdekte, ontlading van energie plaats.
De Zon is de laatste dagen zeer actief. Op donderdag bracht zonnevlek 1283 een M6-klasse zonnevlam voort. Op dinsdag en woensdag was er op beide dagen een X2-klasse vlam die gepaard ging met een extreme ultraviolette flits. Sinds dinsdag heeft de Zon reeds diverse coronale massa-ejecties in de richting van onze planeet gelanceerd.
Zonnevlammen zijn enorme ontladingen van straling en worden geassocieerd met zonnevlekken. Wanneer ze bij de Aarde aankomen komt het magnetische veld van onze planeet in aanraking met deze hoogenergetische deeltjes.
Volgens een verklaring van de wetenschappers die de resultaten van het zonneobservatorium SDO hebben onderzocht wordt meer dan vijf uur na het ontstaan van een zonnevlam nog altijd straling gemeten. De nieuwe data tonen daarnaast aan dat gedurende deze fase soms meer energie kan worden voortgebracht dan tijdens de initiële vlam zelf.
Op 3 november 2010 werd een zonnevlam geobserveerd door het zonneobservatorium. Wanneer wetenschappers enkel de effecten van de zonnevlam hadden gemeten toen deze ontstond, zou 70 procent van de energie die uiteindelijk de atmosfeer van de Aarde bereikte niet gemeten zijn. De nieuwe observaties stellen het SDO in staat een meer accurate schatting te maken van de hoeveelheid energie waar de Aarde mee te maken krijgt.
Op deze wijze kan beter worden voorzien wat het effect van de zonneactiviteit is op communicatie- en navigatiesystemen op Aarde, aldus Tom Woods van de Universiteit van Colorado. Er vindt interactie plaats tussen de energie van zonnevlammen en de ionosfeer, die radiosignalen buigt en reflecteert.
Bron: Niburu.nl & Iop.org
Geen opmerkingen:
Een reactie posten