De Europese Commissie wil vanaf 2014 de ontwikkelingshulp aan negentien groeilanden, waaronder China, Brazilië en India, stopzetten. Deze landen, zei bevoegd commissaris Andris Piebalgs, 'kunnen nu voor hun eigen ontwikkeling instaan en onze hulp heeft geen grote impact meer op hun ontwikkeling'.
Blijven samenwerken
Zeventien landen die binnen de categorie van de hogere middeninkomenslanden vallen en twee landen met een bruto binnenlands product hoger dan 1 procent van het mondiale bbp zullen over drie jaar geen ontwikkelingshulp meer krijgen.
'Laat me hierover heel duidelijk zijn', verduidelijkte commissaris Piebalgs. 'We verbreken onze betrekkingen met deze landen niet. We zullen ermee blijven samenwerken via thematische of regionale programma's en het nieuwe partnerschapsinstrument. We hebben weinig ruimte op onze ontwikkelingsbudgetten en we vinden dat we de fondsen moeten concentreren op de landen die dat het meest nodig hebben.'
De negentien betrokken landen zijn Argentinië, Brazilië, Chili, China, Colombia, Costa Rica, Ecuador, India, Indonesië, Iran, Kazachstan, Maleisië, de Malediven, Mexico, Panama, Peru, Thailand, Venezuela en Uruguay.
Financiële hulp
De facto zullen ze geen ontwikkelingshulp meer ontvangen, maar zal de financiële steun verband houden met bijvoorbeeld mensenrechtenprogramma's, klimaatprojecten en initiatieven die de gelijkheid tussen mannen en vrouwen moeten verbeteren.
Meer in het algemeen wil de Commissie tussen 2014 en 2020 96 miljard euro uittrekken voor externe steunmaatregelen. Het grootste deel van dat bedrag is bestemd voor het Europees Ontwikkelingsfonds, dat rechtstreeks door de lidstaten wordt gefinancierd maar buiten de Europese begroting valt. De Commissie beheert het fonds wel.
Bron: Volkskrant.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten