De protestbeweging Occupy Wall Street krijgt in de Verenigde Staten steeds meer steun, blijkt uit opiniepeilingen. Een nieuwe studie over groeiende inkomensongelijkheid kan nog een extra impuls geven aan de beweging.
Uit een deze week verschenen opiniepeiling van de New York Times en CBS News, blijkt dat inmiddels 43 procent van de Amerikanen de ideeën van Occupy Wall Street steunt. Half oktober publiceerde onderzoekbureau Gallup een peiling waaruit bleek dat maar 22 procent van de bevolking achter de doelen van de protestbeweging stond.
De demonstranten kunnen hun eisen voor meer gelijkheid kracht bijzetten met nieuwe cijfers. Uit een dinsdag verschenen studie van het Budgetkantoor van het Congres (CBO), blijkt dat het gemiddelde inkomen na belastingaftrek bij de rijkste 1 procent van de huishoudens in de VS tussen 1979 en 2007 met 275 procent groeide. Dat is zeven keer meer dan de inkomensgroei bij de overige 99 procent van de bevolking in dezelfde periode.
Het inkomen van de armste 20 procent van de bevolking groeide met slechts 18 procent, blijkt uit het rapport waartoe enkele jaren geleden opdracht werd gegeven door zowel Democratische als Republikeinse leden van de Senaatscommissie voor Financiën.
Invloed banken
Het rapport bevestigt eerder verschenen studies waaruit bleek dat de ongelijkheid in de VS in de afgelopen decennia sterk is toegenomen. Tegelijk met de publicatie van de resultaten, werden ook de uitkomsten van de opiniepeiling van de New York Times en CBS News over de steun voor Occupy Wall Street bekend. Uit de peiling bleek dat de beweging, die zich heeft verspreid over tientallen steden in het land, meer steun krijgt dan verwacht.
Occupy Wall Street werd op 17 september gelanceerd in Zuccotti Park bij Wall Street. De demonstranten willen aandacht vestigen op de groeiende concentratie van welvaart bij een kleine minderheid van de bevolking, terwijl de middenklasse, armen en werklozen het steeds moeilijker hebben om het hoofd boven water te houden. De beweging protesteert ook tegen de “excessieve invloed” van banken en grote bedrijven op het overheidsbeleid.
Voor de opiniepeiling werden 1650 mensen ondervraagd. Van hen zei 43 procent achter de ideeën van Occupy Wall Street te staan, 27 procent was het niet met de beweging eens. Dertig procent – hetzelfde percentage dat zei weinig of niets over de beweging gehoord te hebben – had geen mening.
Snelgroeiende steun
Uit de peiling kwamen sterke verschillen tussen Democraten en Republikeinen naar voren. Van de Democraten was 54 procent het met de beweging eens. Slechts 13 procent was het oneens met de beweging. Bij de Republikeinen was slechts 19 procent het met de demonstranten eens; 57 procent was het oneens met Occupy Wall Street.
Onder de mensen die zichzelf onafhankelijk noemen – de 30 tot 40 procent van het electoraat dat waarschijnlijk bepalend zal zijn bij de volgende presidentsverkiezingen – steunde 48 procent de ideeën en 20 procent was het oneens met de beweging.
De cijfers wijzen op een snelgroeiende steun onder het volk voor Occupy Wall Street vergeleken met twee weken geleden, het moment waarop de grote media verslag begonnen te doen van de protesten. In een opiniepeiling die half oktober werd gehouden door onderzoeksbureau Gallup, bleek dat slechts 22 procent van de bevolking de doelen van de demonstranten “goedkeurde.” Vijftien procent keurde die af en 63 procent zei er te weinig vanaf te weten om een mening te hebben.
“In slechts een maand tijd hebben de demonstranten het nationale debat weten om te buigen van een focus op het begrotingstekort naar de onderwerpen waar mensen werkelijk mee te maken hebben: gebrek aan fatsoenlijk werk, groeiende ongelijkheid, schulden en de verderfelijke invloed van geld in de politiek die ons tot die punt gebracht heeft”, schreef Joshua Holland, redacteur van de progressieve website Alternet, in een reactie op de uitslag van de opiniepeilingen.
Van de ondervraagden gaf twee derde aan dat de welvaart in het land eerlijker verdeeld moet worden. Zesentwintig procent had geen problemen met de huidige verdeling.
Gisteren (woensdag) verscheen ook een rapport van het Economic Policy Institute (EPI), een denktank die nauw verbonden is met de Amerikaanse vakbondsbeweging. In dat rapport wordt gesproken van een nog grotere inkomensongelijkheid. Volgens de berekeningen van het EPI groeiden de inkomens van de rijkste 0,1 procent van de bevolking met 390 procent tussen 1979 en 2007. De inkomens van de ‘onderste’ 90 procent van de bevolking zou slechts met 5 procent gegroeid zijn in dezelfde periode.
“Het gevoel dat de meeste mensen genegeerd worden door degenen het economisch beleid bepalen, is gerechtvaardigd”, zegt Josh Bivens, econoom en medeauteur van het rapport. “En dat is waarschijnlijk de drijvende kracht achter Occupy Wall Street.”
Sommige conservatieven wijzen erop dat het CBO-rapport alleen de cijfers tot 2007 heeft geanalyseerd en de impact van de financiële crisis die in 2008 begon, buiten beschouwing heeft gelaten. Volgens Michael Tanner van het libertijnse Cato Institute, zijn juist de rijksten hard geraakt door de crisis.
“Sinds 2007 is het aantal Amerikaanse miljonairs verminderd met 39 procent”, schreef hij woensdag op de rechtse website National Review. “Onder de zogenaamde superrijken is de klap nog harder aangekomen. Het aantal Amerikanen dat meer dan 10 miljoen dollar per jaar verdient, is gedaald met 55 procent. Misschien moet iemand de demonstranten in Zuccotti Park uitleggen dat de ongelijkheid daadwerkelijk afneemt.”
Jim Lobe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten