zaterdag 22 oktober 2011

'Echte strijd in Libië begint nu pas'

© ANP. Libische volk viert feest in de straten van de hoofdstadTripoli.

In de Nationale Overgangsraad zitten twee onverenigbare stromingen: de islamisten die de sharia willen en de seculiere liberalen die streven democratie. Dat stelt Abdel Bari Atwan, hoofdredacteur van de pan-Arabische krant Al-Quds Al-Arabi in Londen.
  •  Dappere jongeren zoeken nieuwe leiders, maar deze melden zich niet  
De dood van Moammar Kaddafi betekent een derde overwinning voor de Arabische lente. Het Libische volk heeft nu de kans een rechtvaardig en democratisch bestuur te vestigen na 42 jaar alleenheerschappij van de kolonel, zijn familie, zijn handlangers en zijn stam. Geen wonder dat er in het hele land uitbundig feest wordt gevierd.

Opluchting

et verdwijnen van Kaddafi zal tot grote opluchting leiden bij de nieuwe regering van Libië, hoe die uiteindelijk ook zal worden samengesteld. Kaddafi beschikte over miljarden dollars, zowel contant als in goud, die hij dreigde te gaan gebruiken voor een tegenopstand om de revolutie te laten mislukken.

Toch had het nieuwe regime Kaddafi waarschijnlijk liever levend opgepakt en publiekelijk berecht, net als de interim-regering van Irak in 2004 met Saddam Hussein heeft gedaan. Dat proces had kunnen aantonen dat het onvolgroeide Libische rechtssysteem op de goede weg is (bij een proces in Tripoli) of dat Libië weer volwaardig deel wil uitmaken van de internationale gemeenschap (bij een proces voor het Internationaal Strafhof in Den Haag).

Hart onder de riem

Het lijkt erop dat Kaddafi levend is gepakt en dat hij tot het laatst heeft doorgevochten -zoals hij in zijn laatste radiotoespraak had beloofd - of uit wraak standrechtelijk is omgebracht. Hoe het ook zit, de beelden van zijn laatste verzet zullen de overgebleven Kaddafi-getrouwen een hart onder de riem steken. En vergis u niet: velen zullen zijn ondergang betreuren uit eigenbelang of uit loyaliteit aan de stam.

De zwaarbevochten val van Kaddafi is te danken aan de moed, de volharding en het vergoten bloed van degenen die in opstand durfden te komen. De echte strijd begint echter nu pas: het vestigen van een verenigd bestuur over een verenigd land. Dat zal niet eenvoudig zijn.

De Nationale Overgangsraad (NTC), waaruit de nieuwe Libische regering zal worden geformeerd, zal moeten zoeken naar geloofwaardige leiders en een grondwet moeten opstellen. Er tekenen zich binnen de Overgangsraad twee duidelijk onverenigbare stromingen af: enerzijds de diep-conservatieve islamisten die de sharia willen invoeren als hoeksteen van het nieuwe systeem, anderzijds de seculiere liberalen die streven naar een op westerse leest geschoeide democratie.

Impopulair

De huidige premier Mahmoud Jibril heeft op 30 september in een toespraak bij de Verenigde Naties aangekondigd dat hij geen deel zal uitmaken van het nieuwe regime. Jibril is een impopulaire figuur wiens gezag meermaals heftig is aangevochten, wat al een illustratie is van de problemen waarvoor welk leiderschap dan ook zal komen te staan. Zo weigerden de islamistische milities onder de vrijheidsstrijders onder zijn bevel te vechten.

De voorzitter van de NTC, Mustafa Abdul Jalil, heeft een ander probleem. Zijn medestrijders kunnen zijn aanspraken op revolutionaire verdiensten onmogelijk rijmen met zijn eerdere rol als minister van Justitie onder Kaddafi. Hij was verantwoordelijk voor het systematisch opsluiten en martelen van dissidenten. De dappere en optimistische jongeren die de echte drijvende kracht zijn achter de Libische revolutie, zoeken nieuwe gezichten, nieuwe leiders, maar deze hebben zich nog niet gemeld.

Een andere uitdaging vormt het bereiken en bewaren van onafhankelijkheid en het weren van buitenlandse inmenging, vooral gezien de betrokkenheid van de NAVO bij de opstand. De Libische oliereserves zijn de grootste van Afrika en vormen een verleidelijke buit voor energieverslindende wereldmachten. Bovendien kent Libië geen democratische traditie; er is zelfs geen begin van vorming van maatschappelijke instituties die zo'n systeem draaiend kunnen houden. Dat wil niet zeggen dat Libië daarin niet kan slagen, maar wel dat het vanaf de grond moet worden opgebouwd.

Trouw
 
ok nationale eenheid kan problematisch blijken. Libië is een enorm land, vier keer zo groot als Irak, en gebrekkige communicatiemiddelen leiden tot versterking van een plaatselijke loyaliteit. Mensen voelen zich ten diepste verbonden met hun stam. Diverse stammen - waaronder de grote Warfalla-stam - zijn nog trouw aan Kaddafi en verzetten zich wellicht tegen de nieuwe regering.

In veel Libische steden wemelt het van de wapens als gevolg van het bewapenen van de burgerij. Het zal de veiligheidsdiensten van de nieuwe regering niet meevallen het hele land vreedzaam te ontwapenen. Er zijn al luchtdoelraketten uit Libië gesignaleerd in de Sinaï.

Bedreiging

Een aanzienlijk deel van het revolutionaire leger bestaat uit islamistische strijders, waarvan sommigen eerder lid waren van de aan Al Qaida gelieerde Libyan Fighting Group. Uitgerust met wapens uit de voorraden van Kaddafi vormen deze milities een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid. Zowel de in de islamitische Maghreb opererende Al Qaida-groep als de nieuwe kopman van Al Qaida Ayman al-Zawahiri hebben al opgeroepen tot een Libische jihad. De komende ontwikkelingen vormen, evenals de aanstaande verkiezingen in Tunesië en Egypte, een lakmoesproef voor het revolutionaire proces in de Arabische wereld.

Wat de toekomst ook brengt, dit bloedige einde aan een bloedig regime is voor andere hardvochtige leiders in de regio een waarschuwing dat zij niet kunnen ontkomen aan het getij van de verandering. Andere onderdrukte volken in het Midden-Oosten zouden nu kunnen overwegen hun Arabische martelaren-broeders te volgen.

Abdel Bari Atwan
is hoofdredacteur van de pan-Arabische krant Al-Quds Al-Arabi in Londen.

© The Guardian.
Bron: Volkskrant.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten