Fysici wereldwijd hebben met verbazing en ongeloof gereageerd op de publicatie, vrijdag, van een Italiaanse studie die suggereert dat neutrino's sneller kunnen bewegen dan licht. Verreweg de meeste experts denken dat er toch ergens een meetfout of interpretatiefout in het spel moet zijn.
'Dit is een waanzinnig resultaat, te gek voor woorden', zegt fysicus Sijbrand de Jong van deeltjeslab Nikhef en de Radboud Universiteit Nijmegen. 'Maar de duivel zit in de details.' In het spraakmakende Opera-experiment worden op deeltjeslab CERN in Genève zogeheten muonneutrino's gemaakt, die dwars door de aarde naar een detector in het ondergrondse lab in Gran Sasso vliegen, 730 kilometer verderop. De meeste neutrino's, vrijwel massaloze deeltjes, passeren daar ongezien. Maar een enkel exemplaar belandt in de detector.
Uit de vrijdag vrijgegeven metingen lijkt te volgen dat neutrino's ongeveer 60 miljardste seconde eerder in Gran Sasso arriveren dan een lichtsignaal vanuit Genève zou doen.
Iets wat is te berekenen door de zeer precies gemeten afstand te delen door de extreem goed geklokte vluchttijd. De overschrijding is ongeveer 2,5 duizendste procent van de lichtsnelheid. Weinig. Maar wel significant, aldus de auteurs.
Op papier simpeler
Uit de vrijdag vrijgegeven metingen lijkt te volgen dat neutrino's ongeveer 60 miljardste seconde eerder in Gran Sasso arriveren dan een lichtsignaal vanuit Genève zou doen.
Iets wat is te berekenen door de zeer precies gemeten afstand te delen door de extreem goed geklokte vluchttijd. De overschrijding is ongeveer 2,5 duizendste procent van de lichtsnelheid. Weinig. Maar wel significant, aldus de auteurs.
Op papier simpeler
Op papier is dat echter simpeler dan in een echt experiment, waarschuwt De Jong. De metingen zijn gedaan met plukjes neutrino's, zodat de resultaten groepsgemiddelden zijn. 'Mogelijk beïnvloedt vervorming van de groep neutrino's de metingen toch anders dan de auteurs nu denken', zegt De Jong.
Bedenk ook, zegt theoreticus en Spinozaprijswinnaar Erik Verlinde van de Universiteit van Amsterdam, dat in de proef geen echt licht van Genève naar Gran Sasso is gereisd. 'Het is de uitkomst van een vrij eenvoudig sommetje. De afwijking bestaat alleen op papier.' In 1987, memoreert hij telefonisch vanuit CERN, was er een verre sterontploffing waaruit ook neutrino's zijn opgevangen. Die arriveerden wel degelijk exact gelijk met het echte licht van de supernova.
Stel, filosofeert Verlinde, dat ook andere neutrino-experimenten de afwijking vinden? Volgens de relativiteitstheorie van Einstein uit 1905 is de lichtsnelheid de absolute limiet; informatie of materie kan niet sneller bewegen. Verlinde: 'In het uiterste geval moet Einstein op de helling. Dat zou dramatische gevolgen hebben, bijvoorbeeld omdat dan de volgorde van oorzaak en gevolg in theorie kan omkeren.'
Waarschijnlijk acht hij dat niet, omdat talloze andere experimenten de afgelopen eeuw geen enkele afwijking van Einsteins relativiteit hebben laten zien.
Vreemde spookdeeltjes
Wat wel zou kunnen, is dat neutrino's, toch al vreemde spookdeeltjes die bij sommige kernreacties ontstaan, deels buiten de realiteit staan. Verlinde: 'Als je veronderstelt dat er meer dimensies zijn dan ruimte en tijd, zouden neutrino's misschien afsteekjes kunnen nemen die je niet verwacht. Maar dat is echt pure speculatie. Laten we eerst zien of dit vreemde resultaat stand houdt.'
Bron: Volkskrant.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten