In het Altai-gebergte in zuidelijk Siberië is in de Denisova-grot een kostbare schat gevonden: een voetbotje dat de menselijke stamboom wel eens zou kunnen veranderen.
Het botje is momenteel in handen van Svante Pääbo van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig.
De vondst helpt bewijs te leveren voor het bestaan van een derde belangrijke groep mensachtigen die ten tijde van de Neanderthalers woonachtig was in Eurazië.
In 2000 en 2008 werden in de Denisova-grot respectievelijk een fossiele tand en een vingerbotje gevonden. Vorig jaar stelde Pääbo aan de hand van een DNA-analyse vast dat de tand toebehoorde aan een voorheen onbekende groep mensachtigen, de Denisovanen. Het nieuwe botje, naar verluid een zeer zeldzame vondst, behoort waarschijnlijk toe aan dezelfde groep.
Isabelle De Groote van het Historisch Museum van Londen noemt het een zeer interessante ontdekking. Ze legt uit dat in het zuiden van Siberië maar zelden (vaak sterk gefragmenteerde) menselijke resten worden aangetroffen.
Het voetbotje is door Maria Mednikova van de Russische Academie van Wetenschappen in Moskou in dezelfde bodemlaag gevonden als het vingerbotje, dat gedateerd is op 30.000 tot 50.000 jaar oud. Studies van Mednikova laten zien dat beide botjes toebehoren aan verschillende mensen. Het botje komt niet overeen met een voetbotje van de moderne mens of een typische Neanderthaler.
Ondertussen geeft Pääbo’s team weinig details vrij over de vondst. Mednikova kreeg inzage in enkele voorlopige onderzoeksresultaten en belooft dat het eindresultaat in de nabije toekomst zal worden gepubliceerd.
Bron: Niburu & Newscientist.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten