De gangbare theorieën over de oorzaken en de gevolgen van de 'opwarming van de Aarde' worden weer maar eens serieus onderuit gehaald door de resultaten van een recente studie die aantonen dat de opwarming tijdens het zogenaamde 'Middeleeuws klimaatoptimum' niet beperkt bleef tot Europa of het noordelijk halfrond, maar een wereldwijd fenomeen was. Na deze warmteperiode kreeg heel de planeet te maken met een mini-ijstijd die een kleine 200 jaar geleden eindigde. De normalisering van de temperaturen na deze mini-ijstijd wordt door sommige wetenschappers als 'opwarming' bestempeld.
Een team van wetenschappers onder leiding van geochemicus Zunli Lu van de Syracuse Universiteit in de Amerikaanse staat New York heeft vastgesteld dat, in tegenstelling tot wat door sommigen een 'consensus' genoemd wordt, het Middeleeuws klimaatoptimum - grofweg een periode van zo'n 500 jaar rond de eerste millenniumwisseling - niet beperkt bleef tot de noordelijke helft van de planeet.
De opwarming vond wereldwijd plaats en had zelfs een effect op Antarctica. De conclusies die aan de resultaten van dit onderzoek verbonden moeten worden zijn verregaand en betekenen een fatale slag voor de protagonisten van de fanatiek verspreide theorie van de door mensen veroorzaakte opwarming van de Aarde: de Aarde warmde al eerder en veel sterker op zonder menselijk toedoen (de zo vaak genoemde menselijke uitstoot van CO²).
De leden van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) probeerde eerst (frauduleus middels de 'hockeystick' van Hansen) te doen alsof deze periode van enorme opwarming nooit had plaatsgevonden door de gegevens eenvoudigweg weg te laten uit de grafieken, of door grafieken te tonen die begonnen tijdens de mini-ijstijd, waardoor de grafiek tot aan het midden van het afgelopen decennium een steeds stijgende lijn vertoonde. Sinds de fraude van Hansen werd aangetoond heeft het IPCC steeds volgehouden dat het Middeleeuws klimaatoptimum zich had beperkt tot Europa, hetgeen zou moeten bewijzen dat de opwarming die de Aarde tot 1998 onderging door mensen was veroorzaakt.
Professor Lu heeft met zijn onderzoek nu aangetoond dat ook dat niet waar is. Hij vond het bewijs in een zeldzaam mineraal genaamd 'ikaite', dat gevormd wordt in koud water. "Ikaite is een 'ijzige' versie van kalksteen," zo legt Lu uit. "De kristallen zijn alleen stabiel onder koude omstandigheden en smelten bij kamertemperatuur."
Het blijkt dat het water dat de kristallijne structuur in stand houdt informatie opslaat over de temperatuur in de tijd dat het kristal werd gevormd. Lu en zijn team bestudeerden ikaite-kristallen in boorkernen tot 2.000 jaar oud.
De wetenschappers van het team waren vooral geïnteresseerd in de kristallen die werden gevonden in de lagen die hoorden bij de periode 1500 tot 1700 en bij het Middeleeuws klimaatoptimum van 800 tot 1300.
Beide klimaatperiodes werden al uitgebreid gedocumenteerd in Noord-Europa, maar die studies konden niet duidelijk maken of de omstandigheden op het noordelijk halfrond (ook Groenland kende in de periode een opwarming die ertoe leidde dat Noormannen zich daar enige tijd succesvol konden vestigen) ook elders voorkwamen.
Het team van professor Lu heeft nu aangetoond dat dat laatste het geval is. Ze deden dit door de hoeveelheid zware zuurstofisotopen te meten. Deze isotopen komen veelvuldig voor tijdens koude periodes, en veel minder tijdens warmere periodes.
"We hebben aangetoond dat de omstandigheden die in Noord-Europa voorkwamen zich uitstrekten tot de Zuidpool," aldus Lu. "En wat misschien wel belangrijker is: we zijn erin geslaagd een klimaatsignaal uit dit opmerkelijke mineraal te verkrijgen. Een nieuwe indicator is altijd welkom bij het bestuderen van vroegere klimaatveranderingen."
De resultaten van het onderzoek zullen worden gepubliceerd in het Earth And Planetary Science Letters, te verschijnen op 1 april 2012.
Bron: Zonnewind.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten