woensdag 2 november 2011

“Parlementaire Democratie” niet meer van deze tijd

De macht is in handen van 0.000001% van bevolking


Ja u leest het goed, de politieke macht in Nederland is in handen van één honderdduizendste procent van de Nederlandse bevolking.  Nederland telt momenteel een kleine 17 miljoen inwoners. Ongeveer 15 miljoen hiervan zijn stemgerechtigd.

Deze 15 miljoen stemmers geven 150 personen de macht om vier jaar lang hun belangen te behartigen. Dit ‘democratische’ systeem is zo ingeworteld dat niemand zich afvraagt of dit nog wel van deze tijd is. In de tijd dat de Nederlandse democratie werd ingevoerd gebeurde alles nog met paard en wagen en de communicatie geschiedde met rooksignalen. In die periode was dit, ondanks een aantal zéér nadelige effecten, toch een redelijk afdoend en werkbaar systeem.

Internet


Met de komst van het internet zijn de mogelijkheden echter zodanig veranderd dat je nu  niet meer met droge ogen kan zeggen dat onze ‘democratie’ nog steeds optimaal functioneert. Voor het werkelijk optimaal functioneren van de democratie zou het zo moeten zijn dat bij iedere belangrijke beslissing alle 15 miljoen stemgerechtigden hun stem kunnen uitbrengen. Behoorde dit vroeger technisch gezien tot de onmogelijkheden, in de huidige tijd is het echter zéér eenvoudig te realiseren. Een officiële elektronische internetstembus waarop de Nederlandse kiezer voor iedere belangrijke beslissing zijn stem kan uitbrengen is vele malen sneller, goedkoper, efficiënter en voorál eerlijker dan één keer in de vier jaar verkiezingen houden voor het kiezen van 150 voorgeprogrammeerde volksvertegenwoordigers. De resultaten van zo´n stemming zijn gelijk bekend en iedereen weet waar hij aan toe is. Het kan net zo vaak als nodig worden toegepast en de beslissingen zullen altijd in verhouding zijn met de wens van de meerderheid. We zouden ogenblikkelijk af moeten van het systeem van 150 volksvertegenwoordigers die vier jaar lang zogenaamd naar ‘eer en geweten’ voor 15 miljoen mensen kunnen bepalen wat er met ons land gebeurt. Door allerlei belangenverstrengelingen kunnen deze volksvertegenwoordigers niet meer naar eer en geweten handelen en veranderen zodoende noodgedwongen maar al te vaak van volksvertegenwoordiger in een volksverlakker. Het terugbrengen van 15 miljoen stemmen naar 150 afgevaardigden legt een onacceptabele verantwoording op de schouder van iedere volksvertegenwoordiger. Zeker als het gaat om een minimaal verschil van één of twee zetels. Een goed voorbeeld is de ‘kwestie’ Mauro. Als deze zaak via een internetraadpleging aan het volk was voorgelegd dan zou 75% van de bevolking tegen de uitzetting van Mauro hebben gestemd. Punt uit! Of de PVV van mijnheer Wilders het daar nou mee eens is of niet. Ook kan hij niet naar andere partijen wijzen omdat niet partijen hebben besloten maar het volk dat heeft gedaan. Een meerderheid van stemmen geschiedt dan in de anonimiteit van de massa en de ‘schuld’ kan niet op de schouder van één of twee mensen worden geschoven. Het huidige democratische systeem is een systeem van partijbelangen en niet van landsbelangen. Het stemvee wordt één keer per vier jaar in de maling genomen met het idee dat ze wat in te brengen hebben. Hebben ze een keer hun stem uitgebracht dan zijn, wat de partijen betreft, de kaarten geschud en moet het volk vier jaar lang machteloos toezien hoe de één na de andere verkiezingsbelofte wordt verkracht.

 

Politici vinden het volk te dom



Hans van Mierlo

Een van de medeoprichters van D66, Hans van Mierlo, heeft zich altijd gestoord aan de macht van alléén die 150 parlementariërs en was een groot voorstander voor het invoeren van een bindend referendum over belangrijke politieke onderwerpen. Hij heeft het nooit mogen meemaken omdat alle voorstellen van zijn kant werden getorpedeerd door de overige gevestigde partijen. Hun argument was dat het raadplegen van het volk door middel van een referendum een chaos in de politieke arena zou veroorzaken. Het land zou volgens hen onbestuurbaar worden omdat de kiezers door gebrek aan kennis de verkeerde keuzes zouden maken. De geschiedenis leert echter het tegenovergestelde. Het volk is heel goed in staat om juiste beslissingen te nemen. Als recente voorbeelden kunnen we nemen het Verdrag van Lissabon, de waardebepaling van de gulden t.o.v. de euro, de miljarden afroming van de pensioenfondsen, de oplossing van het Griekse schuldenprobleem enz. In al deze gevallen gingen de regering en het parlement in tegen de wens van het volk. We zien nu met wat voor bizar resultaat. Je kunt meer vertrouwen hebben in het oordeel van 15 miljoen ‘niet door enige kennis gehinderde’ stemgerechtigden dan in het oordeel van 150 gemanipuleerde parlementariërs, die zich hebben verplicht om hun stemgedrag te laten bepalen door de leiders van een klein aantal politieke partijen. Voor belangrijke politieke besluiten hebben we die volksvertegenwoordigers helemaal niet meer nodig. De enige reden waarom ze nog bestaansrecht hebben is om lopende regeringszaken continue te controleren op de juiste uitvoering ervan. Voor alle nieuwe wetgeving zou alléén het volk nog maar geraadpleegd mogen worden. Uiteindelijk is het controleren van de regering de enige opdracht die een parlementariër heeft. Dat de politieke partijen hier niet aan willen is niet gebaseerd op het beschermen van de belangen van de Nederlandse bevolking maar alléén op het niet willen afstaan van hun buitenproportionele macht.

 

Bedrijfsleven


Daar waar overheden zich met huifkarren en paarden over onverharde wegen voortslepen, razen de supersnelle bolides van de bankiers en multinationals over de internationale elektronische superhighways. De markten zijn de politieke besluitvorming constant lichtjaren vooruit. Gigantische financiële transacties worden door High Frequency Trading tegenwoordig gedaan in milliseconden en de politici kijken constant verdwaasd om zich heen naar al dat heen en weer flitsende geldverkeer in een poging ergens een knoop te kunnen ontwarren. Zolang ze in deze huifkarren blijven rondrijden zal de financiële wereld een lange neus naar ze trekken en flitsen ze van punt naar punt om met hun mega stofzuigers alle winsten van de wereld naar hun eigen pakhuizen te sluizen. Dat hierdoor weinig of niets van deze winsten bij de bevolking terechtkomt bewijzen de onvoorstelbaar hoge schulden die overheden en particulieren hebben bij deze financiële instituten. Dat deze instituten die leenbedragen zomaar uit het niets tevoorschijn kunnen toveren en als onderpand hiervoor ‘keiharde’ materiële goederen terug ontvangen lijkt iedereen normaal te vinden.

Bron: Gewoon-nieuws.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten