dinsdag 13 november 2012

IJsvlakte Kilimanjaro krimpt en splitst in twee


Bovenaan is de noordelijke ijsvlakte te zien met de nieuwe kloof.© Nasa.

Wat ooit de grootste ijskap van de berg Kilimanjaro was, is inmiddels gekrompen en in twee delen verdeeld. De top van de noordelijke ijsvlakte heeft nu een kloof die groot genoeg is om doorheen te fietsen. Wetenschappers noemen het een onheilspellend teken dat de ijsvlaktes binnen vijftig jaar verdwenen kunnen zijn.

Dat meldt Kimberly Casey, glacioloog aan het Goddard Space Flight Center (GSFC), een groot onderzoekscentrum en laboratorium van Nasa. De kloof in de noordelijke ijsvlakte is duidelijk te zien op satellietfoto's van het Nasa's Earth Observatory.

De hoogste berg van Afrika heeft een hoogte van bijna zes kilometer en heeft drie verschillende ijsvelden: een op de westelijke helling en twee op de top. Sinds 1970 ontstond een gat in het noordelijke ijsveld, dat zich sindsdien steeds verder ontwikkelde.

De opwarming van de aarde is echter niet de directe oorzaak van de smeltende ijskap, zonder de opwarming was het ijs waarschijnlijk ook gesmolten. Het ijs op de top van de Kilimanjaro smelt namelijk door de vulkaanwarmte gecombineerd met het feit dat veel ijs tegen de muren aan 'plakt' en de kleinere hoeveelheid neerslag.

In een eerder onderzoek uit oktober dit jaar wordt gesuggereerd dat het ijsoppervlak op de westelijke Kilimanjaro-vulkaan, Shira, rond 2020 verdwenen zal zijn. De andere ijsvelden zullen rond 2040 verloren gaan. Over het algemeen zijn wetenschappers het er over eens dat alle ijsvlaktes in 2060 compleet verdwenen zijn als de huidige klimaatomstandigheden onveranderd blijven.

Een eeuw geleden had de Kilimanjaro een ijsoppervlak van ongeveer 20 vierkante kilometer. In 2003 was dit gedaald tot 2,51 vierkante kilometer en in 2011 was dit nog maar 1,76 vierkante kilometer.


Een panoramafoto van de noordelijke ijsvlakte op de Kilimanjaro.© Nasa.


De zuidelijke ijsvlakte van de hoogste berg van Afrika.© Nasa.


Een satellietfoto van de Kilimanjaro.© Nasa.

Bron: AD.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten