De financiële markten zetten niet alleen landen en regeringen onder druk. Ze vervangen nu ook zittende premiers door niet verkozen bankiers, die dan ook nog eens liefst op de loonlijst hebben gestaan van Goldman Sachs.
“In amper twee weken tijd neemt Goldman Sachs zowel de Europese Centrale Bank als Italië over”, luidt de cynische commentaar op de traderblog Zerohedge. Mario Draghi, van 2002-2005 vicevoorzitter en algemeen directeur van Goldman Sachs International, staat sinds 1 november aan het hoofd van de ECB.
Dit weekend nam de Italiaanse premier Berlusconi ontslag. Hij wordt opgevolgd door Mario Monti. Ook Monti stond op de loonlijst van de Amerikaanse bank. Hij was (is?) internationaal adviseur van Goldman Sachs, zo staat te lezen in zijn cv op de website van de Europese Commissie.
“Dit is de bende criminelen die ons met de financiële ramp opzadelde. Het is alsof je brandstichters vraagt om het vuur te blussen”, luidt de commentaar in de krant Il Giornale. Die krant is net zoals zoveel Italiaanse media in handen van Berlusconi, wat de scherpe maar daarom niet minder terechte reactie verklaart.
Berlusconi is de tweede premier in een week tijd die de baan moet ruimen onder druk van de 'financiële markten', zeg maar de speculanten. De Griekse premier Papandreou werd vervangen door Loukas Papadimos. Ook in Griekenland is de hand van Goldman Sachs zichtbaar. De bank hielp Griekenland om de overheidscijfers op te smukken zodat het land de eurozone kon worden ingeloodst.
Dat gebeurde door schulden om te toveren in complexe financiële producten. Voor die diensten betaalde Griekenland in 2001 300 miljoen dollar aan Goldman Sachs. Papadimos was op dat moment gouverneur van de Nationale Bank van Griekenland.
Draghi die pas een jaar later bij Goldman Sachs arriveerde, verdedigde zich in het Europees Parlement dat hij niets van die diensten afwist. Is het geloofwaardig dat ook Papadimos van niets wist? En wat zegt dat dan over zijn kwaliteiten?
Draghi en Papadimos hebben nog iets gemeen. Zij zijn beiden lid van de Trilaterale Commissie, een organisatie die in 1973 werd opgezet door de bankier David Rockefeller. In 1981 wijdde Noam Chomsky een deel van zijn boek Radical Priorities aan de Trilaterale Commissie. De invloed van die club op de regering van de Amerikaanse president Carter zou te groot geweest zijn, vond Chomsky.
Chomsky richtte zijn pijlen ook op een rapport van de Trilaterale Commissie dat in 1975 verscheen. Dat rapport met de titel 'The crisis of democracy' ijverde voor "a greater degree of moderation in democracy", zodat iets kon worden gedaan aan het "teveel aan democratie" van de voorbije decennia.
"The effective operation of a democratic political system usually requires some measure of apathy and noninvolvement on the part of some individuals and groups”, zo is in het rapport te lezen. De democratie kan enkel werken als een deel van de burgers apathisch blijft, iets wat in de jaren '60 en begin jaren '70 niet het geval was.
Ondertussen is de democratie al zo gematigd dat kopstukken van de Trilaterale Commissie zonder verkiezingen op politieke sleutelposities terechtkomen.
Na de VS (waar topman Hank Paulson onder Bush minister van Financiën werd) vinden de Goldman Sachs-boys ook in Europa de weg naar de politiek. De bank is nochtans onderwerp van een onderzoek naar fraude. Goldman Sachs begon al in 2006 te gokken op een instorting van de Amerikaanse huizenmarkt, terwijl het toen nog volop cliënten overtuigde om mee te doen aan de immobiliënluchtbel.
Eén ding is zeker. Banken als Goldman Sachs hebben bijzonder weinig last gehad van de crisis die ze zelf veroorzaakten.
Bron: DeWereldMorgen.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten