“Privatiseren” is een onderwerp waarmee het “grootkapitaal” politici al decennia lang onder druk zet om overheidsinstellingen en staatsbedrijven geleidelijk aan om te vormen tot commerciële bedrijven in handen van particulieren.
Het hele idee van privatisering is ontstaan in de Verenigde Staten en werd gestimuleerd door de ideologie achter de zogenaamde “Washington Consensus”. Deze kreet is ontstaan in 1989 toen de Amerikaanse econoom John Williamson een aantal beleidsprescripties aanduidde die een hervormingspakket vormden voor landen die getroffen waren door een economische crisis. De grootste promotors van dit pakket waren de in Washington D.C. gevestigde instituten zoals het IMF, de Wereldbank en het Amerikaanse Ministerie van Financiën.
Het argument om overheidsinstellingen en staatsbedrijven in particuliere handen te geven is, dat private bedrijven met elkaar moeten kunnen concurreren om de gunst van de consument. Private ondernemers zouden beter de wensen van de burger kunnen inschatten dan de overheid. Door deze concurrentie worden ze gedwongen om op de kosten te letten en om te blijven innoveren.
De wens van het IMF en de Wereldbank om privatisering op grote schaal wereldwijd door te voeren zijn echter niet ingegeven door nobele doelstellingen, maar lijken er eerder op gericht te zijn om deze overheidseigendommen in hun bezit te krijgen met het doel om de dominante positie van de overheid terug te dringen. Dat het in haast alle gevallen gaat om instellingen en bedrijven die, door hun omvang en prijs, alléén maar aangekocht kunnen worden door banken en multinationals zegt genoeg over de motieven van het IMF en de Wereldbank. Het zijn uiteindelijk de private bankiers en multinationals die de scepter zwaaien bij het IMF en de Wereldbank.
Lees verder op: Gewoon-nieuws.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten