Dat er in het kader van de Europese schuldencrisis sprake is van kopieergedrag van de lidstaten is weinig bekend, maar vormt wel degelijk een onderdeel van de huidige chaos. Net als de Grieken willen ook de Ieren nu naar de kapper voor een 20% tot 50% haircut. Column René Tissen (Nyenrode).
Rekenfoutje
Nadat Duitsland enkele dagen geleden plotseling bekend maakte dat er een rekenfoutje van zo’n 55 miljard euro was ontdekt ‘in het voordeel van de bank’, was gisteren Ierland aan de beurt. Dat maakte bekend dat als gevolg van een domme dubbeltelling (door de Housing Finance Agency) de staatschuld met 3.6 miljard euro omlaag kon worden gebracht. Mooi meegenomen.
Naar de kapper
Tegelijkertijd wil men ook in Ierse regeringskringen graag naar de kapper, namelijk voor het kwijtschelden van een belangrijk deel van de staatschuld. Ergens tussen de 20 en 50 procent moet volgens de Ieren goed mogelijk zijn. Griekenland vormt uiteraard het goede voorbeeld. Wie volgt? Portugal natuurlijk. Ook al houdt men daar het eigen kruid nog liever even droog. Want voor veel lidstaten is het momenteel belangrijker om uit de publiciteit te blijven dan om de interne problemen aan te pakken.
Hek van de dam?
Het is waarschijnlijk slechts een kwestie van tijd voordat ook Spanje en Italië aan de deur zullen kloppen. Daarna is het hek van de dam en zal er overal om kwijtschelding van staatschuld worden gevraagd. Hoewel beter laat dan nooit zullen Duitsland en Nederland op dat moment inzien dat ook de gezonde lidstaten gebaat zijn bij het kwijtschelden van hun schuld. Eerder schreef ik hier een aantal columns over.
Norm
De officiële norm voor de hoogte van de staatschuld van een lidstaat werd destijds vastgesteld op 60% ten opzichte van het bruto binnenlands product (BBP), in combinatie met een begrotingstekort dat structureel niet hoger mocht zijn dan 3%. Het is inmiddels een welbekend gegeven dat zelfs Duitsland zich niet aan deze norm heeft gehouden en dat de zuidelijke lidstaten vooral veel staatschuld weg wisten te poetsen. Tot voor enkele jaren geleden kraaide daar eigenlijk geen haan naar. Waarom dan nu ineens wel?
Opgejaagd wild
Dat komt omdat bij een te hoog opgelopen staatsschuld -en gebrekkige begrotingsdiscipline- de herfinancieringsrente torenhoog wordt. Op dit moment geldt als vuistregel een rentevoet van 6 á 7%. Daarboven komt een lidstaat snel in de problemen. Hoe hoger deze rente, hoe sneller het faillissement in zicht komt. Italië is momenteel aan de beurt.
Vrije markt
In feite dwingen de financiële markten hun contractpartners tot betalingsdiscipline, volgens de spelregels van de vrije markt. Daarom wordt er door de regeringen van lidstaten altijd gekozen voor stringente bezuinigingen. Het is in eerste instantie de burger die de prijs van een leven op te grote voet moet betalen. Pas veel later –tot helemaal niet- worden alternatieve benaderingen overwogen. Zoals kwijtschelding.
Hebben is hebben
Aan Griekenland is momenteel goed te zien dat wanneer er te hard wordt ingegrepen (‘austerity’), de regering het kind met het badwater weggooit. Niemand weet precies waar, maar er ligt ergens een magische grens tussen het vertrouwen van de bevolking, de lasten die het krijgt opgelegd en de mogelijkheden die burgers hebben om uit de armoedeval te blijven. Daarom is werk zo belangrijk voor de economie en dat is ook de reden dat de Nederlandse regering al in 2008 besloot om deeltijd WW mogelijk te maken. Dat was uitstekend preventief beleid. Zelfs voor Nederland is het echter de vraag of een dergelijke regeling kan worden voortgezet nu onze staatskas in belangrijke mate wordt omgebogen richting Europese schuldhulpverlening en daardoor steeds leger raakt.
Vaste rentevoet
Ondertussen blijft naarstig gezocht worden naar een allesomvattende oplossing voor de Europese schuldencrisis. Opvallend is dat een aantal voor de hand liggende alternatieven over het hoofd worden gezien. Kwijtschelding is er daar één van. Maar een nog gemakkelijker oplossing ligt in het bevriezen van de herfinancieringsrente, al dan niet als tijdelijke maatregel. Dan legt Europa bijvoorbeeld een uniforme rentevergoeding aan de financiële sector op, ongeacht de vorm waarin de staatschuld is gefinancierd. Dat geeft rust en dus tijd om zaken op orde te kunnen krijgen. Zodra banken ophouden met ‘opjagen’ ontstaat ademruimte.
Dwingend beleid
Als alle lidstaten hetzelfde tarief hanteren, wordt het spel richting de banken omgedraaid. Dan bepaald Europa wat het bereid is om aan de banken te betalen en niet andersom. Uniforme tarieven dwingen de banken om de tering naar de nering te zetten. Hun winsten worden minder en hun omvang en complexiteit kleiner. Een prima zaak.
Het moet anders
Uiteraard dient de noodzaak van herstructurering van de banken zich ook in het kader van dit alternatief aan. Want minder winst, betekent minder werk. Hoe dan ook moeten we voorlopig af van het idee dat de financiële sector een belangrijke steunpilaar is voor -en motor van- economische groei en werkgelegenheid. Die tijd is voorbij. ING-bank is momenteel zeker niet de enige bank die mensen ontslaat. Integendeel. En als er uiteindelijk weer ‘gewone’ spaarbanken en ‘gewone’ zakenbanken ontstaan, zorgt alleen het Internet voor méér werk.
Ademruimte
Europa is momenteel gebaat bij rust. Via het bevriezen van de herfinancieringsrente ontstaat rust. Maar waarom werd (en wordt) dit niet als een snel te kopiëren oplossing gezien? Europa durft gewoon de strijd met de banken niet aan. Wel die met de bevolking. Daarom leven we in de omgekeerde wereld. En daarom staat ons levensteeds meer op z’n kop.
Bron: RTLZ.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten